Het vertalen van poëzie is een kunst apart, waar ik me nog niet heel vaak aan heb gewaagd. Toch zijn de overeenkomsten met toneelvertalen groot: ook hier is de toon, het register en misschien wel vooral wat er niet staat minstens zo belangrijk als wat er wel staat. Je vertaalt ook de tekst tussen de regels, de witte plekken. Verder is het nog belangrijker dan bij proza dat de stilistische en taalkundige eigenheid van de auteur overeind blijft: hoe minder woorden er staan, hoe belangrijker het is dat elk woord precies goed is – wat net zo geldt voor de toneelstukken van Jon Fosse.
Voor Terras #18 (‘Cariben’) schreef Tommy van Avermaete een artikel over de bundel Romaner (‘Romans’) van de Noor Bård Torgersen uit 2015. Ik leverde daarbij de vertaling van een aantal van de (proza)gedichten. Elk gedicht is een op zichzelf staande ‘micro-roman’: een complete roman, samengebald tot een gedicht. Het resultaat is vaak heel geestig en zeer toegankelijk.
Ik vind het altijd wel spannend of lezers niet meteen de vertaler aan zullen kijken op iets als de ‘houterigheid’ van deze gedichten; maar die is nou eenmaal een onvervreemdbaar deel van de stijl van Torgersen.
aap leert vierhonderd woorden
ik niet dom
ik aap
de aap praat honderduit
het boek wordt geweigerd
iedereen zal denken dat de aap een immigrant is
auteur schrijft boek over een immigrant
zonder innerlijke monoloog of dialoog
toch slaagt het boek in het oproepen van
zeer intieme en poëtische beelden
schrijft een vooraanstaand recensent
Literair tijdschrift Terras (de opvolger van het roemruchte Raster)
verschijnt een paar keer per jaar en is verkrijgbaar
of te bestellen bijde betere boekhandel of bij bol.com.