Categoriearchief: Diversen

Klusjes tussendoor

In oktober 2023 was ik bezig met de vertaling van deel 3 van de YA-reeks Halve Kongeriket (Royalteen) toen de uitgever het project plotseling stopzette vanwege tegenvallende verkoopcijfers. Van Goor heeft het daarna allemaal heel keurig met me afgehandeld, maar het was wel een vervelende verrassing om van de ene dag op de andere zonder werk te zitten. Deel 2 is overigens inmiddels inmiddels ook uitgekomen en heet “Droomprins”. Ik zeg: misschien ook een andere grafisch vormgever nemen?



De toneelsector vraagt al een paar jaar nauwelijks om nieuwe vertalingen. Aan het continue snoeien in de cultuurbegroting van de afgelopen decennia in Nederland en de klappen die het Vlaams Blok en consorten nu aan de cultuursubsidies in België uitdelen, kan ze niets doen, maar nogal wat gezelschappen lijken er ook een handje van te hebben de vertaling als sluitpost van de begroting te zien, de goeien uiteraard niet te na gesproken.

Na anderhalve maand duimendraaien en onze nieuwe keuken ontwerpen vroeg uitgeverij De Geus me gelukkig of ik zin had om een dikke roman van Karl Ove Knausgård voor ze te vertalen, en verloste me daarmee voorlopig van dat soort ergernissen. Tot november heb ik mijn handen dus vol. Door de long-covid ben ik toch ook niet meer in staat om veel te reizen of grote plannen buiten de gebaande paden te maken, dus het is wel even lekker rustig zo.

In de tussentijd heb ik nog een Noors prentenboek (Voertuigen vanbinnen en vanbuiten) vertaald voor Clavis, een fragment van het stuk Wonderwomb van Amir Gudarzi uit het Duits vertaald voor Shakespeare is Dead/Het Nieuwstedelijk, het stuk How to remain a humanist after a massacre in seventeen steps van Maya Arad vertaald voor HNT, ook uit het Duits/Engels, en de Noorse vertaling van Luk Percevals bewerking van de roman Meisje, 1983 (Liv Ullman) grondig geredigeerd voor Det Norske Teatret in Oslo. Kortom, geen tijd om me te vervelen.

Jon Fosse, young adults en long-covid

Begin december 2022 kreeg ik covid. Hoewel ik aanvankelijk niet erg ziek was, ontwikkelde het zich daarna tot long-covid, wat het leven er in 2023 niet eenvoudiger op maakte. Inmiddels ben ik alweer een heel eind opgekrabbeld maar het duurt inderdaad akelig lang. Het gaat nog wel even duren voor ik weer helemaal terug in vorm ben.

Toen ik ziek werd, had ik net een opdracht aangenomen voor een boekvertaling waar haast bij was. Gelukkig kun je ook liggend vertalen. De young adult-roman Royalteen I: De Erfgenaam (Halve kongeriket 1- Arvingen) ligt inmiddels overal in de winkels. Deel II is over een maandje ook gereed voor de persklaarmaker. Voor wie geïnteresseerd is: het is natuurlijk geen hogere literatuur, maar de boeken zijn wel veel beter dan de films die Netflix ervan gemaakt heeft.

Ondertussen is Maatschappij Discordia bezig met de LIRAfonds-aanvraag voor de vertaling van weer een stuk van Fosse: Warm (Varmt). Als het allemaal een beetje lukt ga ik dat deze zomer voor hen vertalen en gaan ze er dan samen met STAN een voorstelling van maken.

Tenslotte reis ik volgende week weer eens naar Bergen om de oer-productie van Fosses nieuwste toneeltekst te zien: I svarte skogen inne, dat nu op Bergen International Festival staat. Ik heb het openingsweekend moeten laten schieten dit jaar. Dat is voor nu helaas nog wat veel van mijn gezondheid gevraagd, maar ben heel blij dat ik op een rustiger moment dit laatste Fosse-stuk toch kan gaan bekijken. Met grote dank aan de festivalorganisatie en de Noorse ambassade, die mijn reis weer sponsoren.

De Engelse titel is een letterlijke vertaling van het Noors: ‘Inside the black forest’. Ik zou het zelf meer in de richting zoeken van ‘In het diepe donkere bos’; het sprookjes-element is zeker aanwezig in de Noorse titel. De tekst vond ik zelf erg mooi en ik ben ook heel benieuwd naar de voorstelling. Bovendien is het fijn dat ik in Bergen eindelijk mijn verzameling Noorse literatuur weer verder kan aanvullen.

‘Deze ogen’ door Olympique dramatique

Het Vlaamse toneelgezelschap Olympique Dramatique las in mei van dit jaar mijn vertaling van Jon Fosses Deze Ogen, in het kader van hun Lockdown Radio-uitzendingen. Dat deden ze met een fantastische cast. De uitzending is hier terug te luisteren.

De tekst is te koop als boekje bij De Nieuwe Toneelbibliotheek, of als leeskopie te downloaden vanaf hun website. De foto van het lezen komt van de website van het Toneelhuis .

WAYS OF SEEING: minister sneuvelt door toneelvoorstelling

Nu ook De Groene ontdekt heeft dat er zich iets heel bizars heeft afgespeeld in Noorwegen de afgelopen twee jaar, en daar deze maand (nummer 7, 18 februari 2021) ineens vier hele pagina’s over volschrijft, vind ik het wel opportuun om het artikeltje dat ik er zelf over schreef voor Theatermaker (in mei 2019) nog maar eens tevoorschijn te halen. Je vindt het hier online op Theaterkrant.

Wellicht interessant om te melden is dat het enorme stuk in de Groene een paar nogal saillante feiten over het hoofd ziet. Zoals dat twee makers van de voorstelling en de directeur van het Black Box theater daadwerkelijk zijn gearresteerd en vastgezet, voordat de vrouw van de minister ineens verdacht werd. Of dat premier Erna Solberg nog immer weigert om excuses te maken voor haar onterechte verwijten aan de theatermakers, die ‘niet moesten speculeren’.
Altijd lachen met die Noren.

(Nieuwsgierig geworden waar dit in vredesnaam over gaat? Lees het artikel via de link hierboven. Het is een uitsterst bizar en smeuiig verhaal. En dat in Noorwegen.)

Herr, es ist Zeit…

Dit jaar van mij geen gezeur over hoe donker het weer is, want daar heb ik het veel te druk voor. Eindelijk goed en wel verhuisd ben ik nu volop bezig aan een toneelstuk voor TG Oostpool; de vertaling van Skylight van David Hare. Moet eind dit jaar af zijn dus is even aanpoten, want er stond ook al het een en ander in mijn agenda. Voor theatermaakster Lonneke van Leth vertaal ik Een Romeo en Julia van Martijn de Rijk naar het Engels; en begin volgend jaar ga ik me buigen over de voorwaarden van een tweede project voor en met Tg STAN en Mij. Discordia: een nieuwe Fosse!

Daarnaast moet een dezer dagen de nieuwe Terras (opvolger van literair tijdschrift Raster) uitkomen, met mijn artikel over het lezen van literair proza vs. drama hier te lande. Daar heb ik namelijk Een Mening over. Het stuk is geïllustreerd met een aantal vertaalde fragmenten uit het toneelwerk van Johan Harstad en ik ben benieuwd hoe het er in druk uitziet.

Daarmee zit mijn balboekje voor de laatste maanden van 2019 dus vol, qua werk, maar begin volgend jaar sta ik weer overal voor open. En nu ga ik maar eens een lamp aandoen.

(Voor wie de titel niet herkent: het is de eerste regel van Rilkes prachtige gedicht ‘Herbsttag’. Hier een link naar het hele gedicht, ter inspiratie voor iedereen die net als ik eigenlijk geen fan is van de herfst.)

Øystein Stene in ‘Pluk’

De tijd vliegt. De afgelopen vier maanden ben ik volcontinu bezig geweest met verhuizen, wat tegenwoordig geen amateursport meer is. Het jargon van de doe-het-zelver vormt in elk geval een eindeloze bron van fascinerende ontdekkingen voor de taalfreak: wie wordt er nu niet gelukkig van spookschaven, afbraamborstels en insteeknippels? Inmiddels wonen we een paar weken in een nieuw huis, nog steeds in Haarlem, en de rust begint weer te keren.

Ondertussen staat er sinds juli een door mij vertaald hoofdstuk uit de geweldige Noorse roman De Opplyste (‘De verlichten’) van Øystein Stene in het zesde nummer van het mooie tijdschrift PLUK (te bestellen bij de betere boekhandel). Dit tijdschrift publiceert werk van in Nederland nog onbekende auteurs, in een vertaling van professionele vertalers die pas maximaal één boektitel op hun naam hebben staan. Toneelstukken zijn geen boeken, volgens deze definitie, dus ik mocht nog meedoen.

Het tijdschrift komt voort uit de twee officiële opleidingen voor literair vertalen in Nederland en bleek in eerste instantie bedoeld voor alumni. Gelukkig wist ik dat nog niet toen ik een voorstel opstuurde en ik ben best trots dat ik als selfmade vertaler aan hun strenge criteria voldeed. De roman in kwestie snakt naar een Nederlandse uitgever – ik ben ervan overtuigd dat hij het in Nederland heel goed zou doen. En dan natuurlijk graag in mijn vertaling. Wie er meer van wil weten sture mij een berichtje per e-mail.

Over dat toneelstukken geen romans zijn, heb ik trouwens pas een artikel mogen schrijven voor literair tijdschrift Terras (de opvolger van het roemruchte tijdschrift Raster), aan de hand van het toneelwerk van Johan Harstad. Daarover een volgende keer meer.

De mooie portretfoto van mij is gemaakt door theaterfotograaf Bart Grietens.

Ways Of Seeing: drama in Noorwegen

Af en toe schrijf ik artikelen voor vakblad TheaterMaker, meestal wanneer er toneelmatig iets interessants gebeurt in Noorwegen. Dit bizarre verhaal kreeg een plekje in het meinummer. De titel is een link naar het hele stuk op de site van Theatermaker/Theaterkrant.

scène uit ‘Ways of Seeing’ (fotograaf onbekend)

‘Ik ben de wind’ op Vlaams Theaterfestival

De voorstelling Eg er vinden/Ik ben de wind is in Vlaanderen geselecteerd als één van de beste voorstellingen van seizoen 2018-2019. Uit het juryrapport:

Voor dit verhaal hebben Damiaan De Schrijver en Matthias de Koning geen nood aan een groot scènebeeld. Ze doen het met haast niets meer dan twee krukken. Het enige decor is een doos die aan een touwtje tussen hen in hangt, en twee krakkemikkig gerepareerde tafeltjes links en rechts van het podium. 

Het stuk Ik ben de wind van de Noorse auteur Jon Fosse weerspiegelt een gesprek tussen twee mannen. De ene is bezwaard door iets dat hij niet gezegd krijgt. De andere probeert door geduldig luisteren en vragen, als een therapeut, te achterhalen wat dat dan wel is. Vruchteloos. Ze maken samen dan maar een boottocht, want ‘op zee is er stilte’. Die tocht kent een fataal einde. 

Al na de eerste zinnen snap je waar die objecten voor staan. De doos verbeeldt de doem die over de Koning hangt, de tafeltjes de onmogelijkheid om met woorden soelaas te bieden. Het blijven lapmiddelen. Maar alle gewicht rust in dit stuk net op die woorden, die maar iets betekenen door wat ongezegd blijft, door wat in de stiltes tussen de woorden schichtig verschijnt. 

Al mogen we zeker beide spelers niet vergeten. Zij beelden de actie niet uit. Ze zitten daar maar op hun stoeltje. De Schrijver kettingrokend, onrustig. De Koning gelaten. Feilloos geeft hun manier van aanwezig zijn substantie aan de woorden. Maar ze doen ook iets meer. Hun stuntelige, haast clowneske pogingen tot een gesprek brengen een homeopathische dosis humor binnen. Net daardoor wordt het echt pakkend. Eg er vinden , Ik ben de wind is een schoolvoorbeeld van hoe je een tekst tegelijk alle recht kan doen én eigenzinnig naar je hand kan zetten.

Maandag 9 en dinsdag 10 september maakt de voorstelling het gebruikelijke ‘ererondje’; hij staat dan nog twee keer in CAMPO Nieuwpoort in Gent. Voor meer informatie kun je hier terecht.

Snelle update

Het is alweer veel te lang geleden dat ik deze website heb bijgewerkt. Ik zal er binnenkort eens wat aan gaan doen.

In de tussentijd ben ik onder meer naar het Internationaal Festival Bergen (Noorwegen)  geweest om een groot artikel over Vegard Vinge te schrijven voor vaktijdschrift TheaterMaker (in het nummer van september 2018). Verder wat workshops en een interview gedaan, wat fragmenten van stukken voor Mugmetdegoudentand naar het Engels vertaald, een werkelijk fantastische aanbevelingsbrief van Meestervertaler Marcel Otten gekregen ter ondersteuning bij het zoeken naar meer vertaalwerk bij literaire uitgeverijen, en heel veel toneel bezocht.

Recentelijk ben ik met een toneeltekst van Jon Fosse bezig: Eg er vinden / Ik ben de wind, in opdracht van Maatschappij Discordia en het Vlaamse tg STAN. De voorstelling (met Matthias de Koning en Damiaan De Schrijver) gaat als het goed is nog dit seizoen (‘18-‘19) in première.

‘In dit leven of het volgende’ in Trouw en NRC

Op 18 oktober 2017 verscheen er een interview met Demian Vitanza naar aanleiding van de publicatie van zijn roman In dit leven of het volgende in de culturele bijlage ‘De Verdieping’ van dagblad Trouw. Hier is een link naar het artikel online.
Verder werd de roman besproken in NRC Handelsblad en gewaardeerd met  4 (van de 5) sterren. Lees hier de recensie van Anna Krijger (8 februari 2018).