Categoriearchief: Noors toneel

Te gast bij Dramatikkens Hus in Oslo

In het septembernummer van Theaterkrant (voorheen TM) staat mijn artikel over Dramatikkens Hus in Oslo, een walhalla voor (Noorse) toneelschrijvers waar we hier in Nederland alleen van kunnen dromen. In mei had ik, met financiële steun van het Letterenfonds, de eer om daar een paar weken ’translator in residence’ te zijn. Dat was ontzettend leuk en leerzaam en het gaf me ook de kans om eindelijk op m’n gemak Oslo een beetje te leren kennen – eerdere werkbezoeken waren altijd kort en volgepropt met afspraken.

Dramatikkens Hus (‘het huis van de toneeltekst’) is gehuisvest in een oude fabriek middenin Oslo, met een eigen theaterzaal. Meer over deze bijzondere plek lees je hier. Een van de sfeervolste café’s van de stad, Oslo mek, zit in hetzelfde gebouw. ’s Zomers is het op het ommuurde terras tot diep in de nacht goed toeven. Warm aanbevolen.

Naast mijn tijd in Dramatikkens Hus zag ik ook het nodige toneel, waaronder wat ik een van de beste voorstellingen ooit vind: Tid for glede, een stuk van Arne Lygre in regie van Johannes Dahl. Het kreeg de Heddaprijs voor beste regie van het seizoen. n Oslo kwamen er 26000 (!) mensen naar de voorstelling kijken. Inmiddels heeft Stéphane Braunschweig het stuk ook geregisseerd in Parijs, en speelt het in de oorspronkelijke regie zijn laatste voorstellingen voor een uitverkocht Dramaten in Stockholm. Mocht er iemand benieuwd naar zijn, ik heb een Engelse leesversie van het stuk beschikbaar.



Festspillene i Bergen 2022

Taylor Mac (© FiB / Thor Brødreskift)

Eind mei was ik drie drukke dagen te gast op Festspillene, het jaarlijkse grote festival voor podiumkunsten in Bergen, Noorwegen. Het was de derde keer dat ik erbij was. Dat beviel opnieuw uitstekend en het regende bijna niet. Ik schreef er een artikel over voor Theaterkrant online, dat je hier kunt lezen.

Verder zijn het drukke tijden. een verslag over mijn twee weken bij Dramatikkens Hus in Oslo, voorafgaand aan mijn reis naar Bergen, volgt in de vorm van een langer artikel voor het septembernummer van Theaterkrant, dat ik de komende twee weken moet gaan schrijven.

Ondertussen moet er ook een hoop toneel vertaald worden, al is het allemaal nog wat onduidelijk hoe en wat, afhankelijk van het al dan niet toekennen van vertaalsubsidie aan de diverse opdrachtgevers. Daarover dus meer zodra het bekend is. Als het allemaal doorgaat heb ik bijna meer werk dan ik aankan tot het einde van dit jaar, en allemaal leuk werk.


Zo was het

Deze week komt er een splinternieuwe vertaling van mij uit bij De Nieuwe Toneelbibliotheek. Het gaat om een stuk van Jon Fosse uit 2020, Zo was het (Slik var det), dat in het Nederlandse taalgebied nog niet te zien of te lezen was (trouwens, tot nu toe in geen enkel taalgebieden behalve het Noors).

Dit boekje kwam een beetje anders dan anders tot stand. Het is niet zoals meestal gefinancierd door een gezelschap, dat de vertaling op dat moment zelf in productie heeft; het is er gekomen op mijn initiatief, met financiële steun van het Letterenfonds en De Nieuwe Toneelbibliotheek. Ik las vorig jaar de tekst in het Noors, vond hem erg mooi en dacht dat meer mensen hem zouden willen lezen.

Dit is in tien jaar het eerste nieuwe stuk van Fosse, die 2010 verkondigde dat hij geen toneel meer wilde schrijven. Dat lijkt nu echt voorbij: Na Zo was het heeft hij meteen nog twee stukken geschreven, waarvan er één, Sterk vind (Stevige wind), het afgelopen jaar zijn première beleefde in Oslo en onlangs ook in Berlijn. Het laatste van de drie stukken, I svarte skogen inne (Diep in het donkere bos) is ook in Noorwegen nog niet uitgebracht.

Zo was het is een avondvullende monoloog van een oude man, die aan het einde van zijn leven de balans opmaakt (die zeker niet altijd in zijn voordeel uitvalt) en zijn angst voor de naderende dood onder ogen probeert te zien. Sander Janssens schreef er vandaag over in NRC Handelsblad:

Voor de oude man in Zo was het, een nieuw toneelstuk van Jon Fosse, bestaat de toekomst hooguit uit het ophalen van meer herinneringen aan het verleden. Die constatering is wreed maar noodzakelijk. […] Trefzeker vertaalt Fosse grote existentiële thema’s als ouderdom en de poging je daarmee te verzoenen, naar de banaliteit van het leven van een broze, eenzame man. Met horten en stoten en goeie tegenzin, incasseert hij zijn ouderdom.’
(NRC 15/12/21)

Het boekje kun je bestellen voor €12,50 op de website van De Nieuwe Toneelbibliotheek, of bij elke goede boekhandel in Nederland en Vlaanderen.

Drukke tijden

Na een korte zomervakantie ben ik weer volop aan het werk. Begin september bezoek ik in Oslo het Fosse Festival van Det Norske Theatret. Jon Fosse heeft jarenlang gezegd dat hij klaar was met toneelschrijven, tot er in 2020 ineens een nieuwe avondvullende monoloog was. Deze ging dat jaar nog in première bij Den Nationale Scene in Bergen en werd in Noorwegen goed ontvangen. Fosse heeft de smaak nu weer te pakken, want dit jaar is er alweer een nieuw stuk: Sterk Vind, dat zijn première beleeft op het festival in Oslo in september 2021. De voorstelling Ik ben de wind/jeg er vinden van Mij. Discordia en TG STAN staat daar ook, als gastprogrammering, in mijn vertaling (met boventitels).

Enkele projecten die ik momenteel onder handen heb:

Zombie Nation (Øystein Stene)
Ik heb zelf niks met zombies, maar dit is iets bijzonders: de eerste existentialistische zombieroman. U leest het goed. Hij leest nog als een trein ook. In Noorwegen uitgegeven door Gyldendal (2014), reeds vertaald in het Frans en Pools. Dankzij een werkbeurs van het Letterfonds ben ik bezig met het maken van een leesdossier over deze roman, bedoeld voor geïnteresseerde Nederlandse uitgevers, inclusief een fragment in Nederlandse vertaling.

College inleiding toneelvertalen
Op 14 september a.s. geef ik op verzoek van het ELV (Expertisecentrum Literair Vertalen) een inleidend college over toneelvertalen van ongeveer een uur. Dit is in eerste instantie bedoeld voor deelnemers aan de eigen cursussen, die al professioneel vertalen of dat willen gaan doen, maar in het kader van het 20-jarig bestaan van het ELV zetten ze deze herfst ook een reeks ‘plenaire lezingen door experts’ online, voor iedereen die geïnteresseerd is. Dit wordt de eerste van die reeks. Aanvang is om 10:00. Voor meer informatie: zie de website van het ELV.

Slik var det/Zo was het (Jon Fosse)
De eerste avondvullende monoloog van Fosse in jaren werd door toneelhuis Den Nationale Scene in Bergen in november 2020 in het theater gebracht. Het was een succesvolle voorstelling met een mooie trailer die je hier kunt bekijken. Met steun van het Letterenfonds maak ik komende herfst een vertaling, die vervolgens zal worden uitgegeven bij De Nieuwe Bibliotheek. Naar alle waarschijnlijkheid zal het boekje eind 2021 te krijgen zijn.

Slik var det bij DNS, november 2020


Terras #20 is uit

Het nieuwste nummer van onvolprezen literair tijdschrift Terras – opvolger van het roemruchte Raster – is nu uit, met als thema ‘Scandinavië’. Ik mocht er deze keer maar liefst vier bijdragen aan leveren, allemaal uit het Noors.

Als eerste een fragment van de toneeltekst Virus, een fuga, de meest recente toneeltekst van Fredrik Brattberg (2020). Brattbergs credo is ‘vorm is inhoud en inhoud is vorm’. Die vorm is uniek, omdat hij principes uit de klassieke muziekcompositie zo’n beetje letterlijk incorporeert in zijn toneelteksten. Voor de lezer of toeschouwer lijkt het Brattbergiaans universum in eerste instantie vertrouwd. Onherroeppelijk volgt echter ontsporing, in absurde, tragi-komische situaties die de personages volkomen boven de pet gaan.
Een flink stuk van Virus is nu ook beschikbaar in de digitale bibliotheek van DNTB. De integrale vertaling is ook beschikbaar, wie daar interesse in heeft kan een berichtje te sturen naar info@tinygrass.nl.

Daarnaast vertaalde ik voor Terras een tekst van de hier nog onbekende literaire alleskunner Sara Li Stensrud (1979) i.s.m. actrice Madalena Sousa Helly-Hansen: Bloemstilleven, ook uit 2020.
Waar Brattbergs werk gekenmerkt wordt door zijn gebruik van muziekcompositie-elementen in dramatische teksten, is de monoloog van Stensrud een bijzondere mengvorm van dramatiek en lyriek. De tekst oogt als een lang gedicht, waar de theatrale vertolking een extra laag aan toevoegt. Bloemstilleven is een emotionele, rauwe tekst over de rouw voor een overleden moeder. Voor zowel Virus als Bloemstilleven schreef ik op verzoek van het tijdschrift ook een inleiding, die meer informatie over auteurs en teksten geeft.

Daarnaast vertaalde ik vijf gedichten uit de bundel Flaggtale van Dan Andersen, en tenslotte één langer gedicht, Een suf feestje, van Nils-Øivind Haagensen. Hieruit een fragment:

het was een warme dag
vijfentwintig graden of meer 
we liepen langs de rivier 
de tram naar Kjelsås en dan door Nydalen langs de Akerselva
   

gewoon omdat het een warme dag was
en de rivier daar lag
zoals hij daar altijd ligt
zachtjes snorrend                                
(zei jij)
als Dikkie Dik                                                              
(zei jij)

we stonden op een brug
en keken naar het water
jij voelde je tevreden maar wel somber                   
ik voel me tevreden maar wel somber (zei jij)
een soort brandende weemoed             
                    

we kwamen dichter bij de stad        
meer mensen                                                                                               
op het bankje buigt de jongen zich naar het meisje en kust haar    
op de picknicktafel steken de meisjes de koppen bij elkaar
en we kunnen ze niet horen
op het speelveld gooien jongens en meisjes hun jassen in het gras
en rennen achter elkaar aan
en vaak word ik wakker met mijn dekbed en kussen op de grond 
(zei jij)
en vaak word ik wakker en weet ik heel goed waar ik ben
en waarom is het zo simpel om van heel hoog de dingen waar te nemen 

(zei jij)
maar bijna onmogelijk hier beneden


TERRAS #20 is te bestellen bij de boekwinkel, of via de website

WAYS OF SEEING: minister sneuvelt door toneelvoorstelling

Nu ook De Groene ontdekt heeft dat er zich iets heel bizars heeft afgespeeld in Noorwegen de afgelopen twee jaar, en daar deze maand (nummer 7, 18 februari 2021) ineens vier hele pagina’s over volschrijft, vind ik het wel opportuun om het artikeltje dat ik er zelf over schreef voor Theatermaker (in mei 2019) nog maar eens tevoorschijn te halen. Je vindt het hier online op Theaterkrant.

Wellicht interessant om te melden is dat het enorme stuk in de Groene een paar nogal saillante feiten over het hoofd ziet. Zoals dat twee makers van de voorstelling en de directeur van het Black Box theater daadwerkelijk zijn gearresteerd en vastgezet, voordat de vrouw van de minister ineens verdacht werd. Of dat premier Erna Solberg nog immer weigert om excuses te maken voor haar onterechte verwijten aan de theatermakers, die ‘niet moesten speculeren’.
Altijd lachen met die Noren.

(Nieuwsgierig geworden waar dit in vredesnaam over gaat? Lees het artikel via de link hierboven. Het is een uitsterst bizar en smeuiig verhaal. En dat in Noorwegen.)

Johan Harstad als toneelauteur (Terras #17)

Deze week heeft tijdschrift voor internationale literatuur Terras mijn bijdrage over Johan Harstad als toneelauteur integraal online gezet, samen met de bijbehorende vertaalde monoloog uit zijn toneelstuk Osv. (‘Enz.’). Ik hoop dat een Nederlandse regisseur ooit de uitdaging durft aan te gaan om dit fantastische epos (iets als Max, Mischa en het Tet-offensief meets Angels in America) hier in het theater te brengen.

Voor iedereen die ineens weer tijd heeft om te lezen in deze virale tijden: hier kun je het artikel vinden. Uitgevers, theatermakers en andere professionals die geïnteresseerd zijn in mijn werkvertaling van Osv. zijn welkom om een berichtje te sturen.

Voor het volgende nummer van Terras ben ik inmiddels bezig met het vertalen van werk van de Noor Bård Torgersen, dat zich ergens tussen proza en poëzie in bevindt. Het is scherp, talig, ultra-compact en komisch. Daarover een volgende keer meer.

Terras #17 is te koop of te bestellen bij de betere boekhandel, of kijk op de website.

Ways Of Seeing: drama in Noorwegen

Af en toe schrijf ik artikelen voor vakblad TheaterMaker, meestal wanneer er toneelmatig iets interessants gebeurt in Noorwegen. Dit bizarre verhaal kreeg een plekje in het meinummer. De titel is een link naar het hele stuk op de site van Theatermaker/Theaterkrant.

scène uit ‘Ways of Seeing’ (fotograaf onbekend)

Ik ben de wind



Afgelopen herfst werkte ik voor Maatschappij Discordia en TG STAN aan de vertaling van Eg er vinden van Jon Fosse (2007). Het was een last minute-plan van acteurs Matthias de Koning en Damiaan De Schrijver, want “er was nog een gaatje in de programmering voor dit seizoen”.

Normaal worden voorstellingen minstens een jaar van te voren geboekt, maar nu moesten er een maand of twee van te voren dus nog speelplekken gevonden worden. Enkele theaters in Nederland hadden nog wel plek, dus de voorstelling ging na de première in Frascati (Amsterdam) op 20 december nog naar de Toneelschuur in Haarlem en Kikker in Utrecht. Monty in Antwerpen heeft nog een paar data bijgeboekt eind februari en daarna is het alweer over. Gelukkig blijft de voorstelling bij Discordia en STAN op het repertoire, en zal zeker  terugkeren in een volgend seizoen.

Omdat Matthias en Damiaan de voorstelling zelf zouden spelen, en Damiaan uitsluitend prachtig Vlaams spreekt, zijn we met zijn drieën tot een ‘spelersversie’ gekomen, een lichte bewerking van de vertaling waarin onder meer alle replieken van personage “De Ander” in het Vlaams zijn. Het was even wennen om op die manier te werken, maar ook erg leuk. Vertalen is een solitair vak, soms tot mijn verdriet, dus met twee flamboyante heren een zonnige dag lang op een terras in Amsterdam aan de tekst werken vormde een prettige afwisseling. En het resultaat is de moeite, zowel de tekst als de voorstelling zijn wat mij betreft geslaagd.

Het tekstboekje is uitgekomen bij De Nieuwe Toneelbibliotheek en bevat zowel de ‘schone’ vertaling uit het Noors als de spelersversie. Het boekje is hier online te bestellen.

De voorstelling leverde twee recensies op, beiden zeer positief:

“Het is een weergaloos mooie toneeluitvoering, raadselachtig, enerverend op ingehouden manier en poëtisch (…) De vertaling is van Maaike van Rijn; de acteurs zelf maakten er een toneelspelersversie van. In de boekuitgave door De Nieuwe Toneelbibliotheek staan beide versies afgedrukt, zodat er na het zien van de voorstelling nog veel moois te lezen is.” – Kester Freriks op Theaterkrant.nl, 21/12/2018

“De twee vrienden in Eg er vinden (naar een tekst van Jon Fosse, voor het eerst naar het Nederlands vertaald door Maaike van Rijn) maken een boottochtje. Terwijl de een (De Schrijver) steeds contact probeert te maken met zijn reisgenoot, zakt de ander (De Koning) steeds verder weg in duistere overpeinzingen. Loepzuiver vangt de tekst een gevoel van wegdrijven, het verloren gaan van een vriendschap, van contact, van de wil om verder te leven. Vanwege de elliptische vorm en het bewuste gebrek aan dynamiek blijft de inhoudelijke reikwijdte van Eg er vinden bescheiden – het is niets meer en niets minder dan een onderdompeling in een bepaalde staat van zijn. De existentiële onmacht die in het stuk centraal staat wordt echter buitengewoon tastbaar: dankzij de onnadrukkelijkheid van de voorstelling glipt het geheel als zand tussen je vingers door, en blijft er alleen een gevoel van ongrijpbaar verlies achter.
– Marijn Lems in NRC Handelsblad, 27/12/2018

 

Vinge / Müller in Bergen: Panini–Boysroom


In mei 2018 mocht ik namens vakblad Theatermaker (TM) naar Bergen, Noorwegen, waar het jaarlijkse theaterfestival plaatsvond. Ik was nog nooit in Bergen geweest en toevallig was het daar net het mooiste weer van de afgelopen honderd jaar, dus dat was niet vervelend. Mijn reis werd voor het grootste deel gesponsord door het Festival, want Noorwegen steekt wél flink geld in de eigen (theater)cultuur, zij het niet onbeperkt: voor Vegard Vinge en Ida Müller was de hoofdreden om er te spelen dat ze hun Noorse subsidie dreigden te verliezen wegens te weinig speelbeurten in eigen land. Gelukkig maar, want hun nieuwe voorstelling Panini-BoysRoom waarover ik voor TM een artikel zou schrijven, was voor mij het absolute hoogtepunt van het festival.

Het overweldigende totaaltheater van Vinge/Müller moet je meemaken. Ik vind het onbegrijpelijk dat ze nagenoeg onbekend zijn binnen de Nederlandse theaterscene; in de rest van de westerse wereld zijn ze wereldberoemd sinds ze vanaf 2012 de Volksbühne onder Castorf als gastregisseurs flink op stelten zetten. Hun voorstellingen – ze doen er minstens een half jaar over om een productie te maken – werden meermaals geselecteerd voor het Theatertreffen in Berlijn. Geniaal of gek, hoe dan ook, ik was enorm onder de indruk van de voorstelling en kan het iedereen aanraden. Het was echt te veel om kort over te vertellen, dus voor wie geïnteresseerd is: lees het artikel dat ik schreef over het fenomeen Vinge/Müller (het staat voor niet-abonnees achter een paywall; mocht dat een probleem opleveren dan kun je mij ook gewoon een mailtje sturen). Deze voorstelling, in een afgedankt zwembad, was met een lengte van pakweg 4,5 uur uiteraard Vinge-light: hun voorstellingen kunnen rustig twaalf uur doorgaan, of langer. Het smaakte enorm naar meer, ondanks de bijzonder oncomfortabele zwembadtrap die na een paar uur echt niet meer prettig zat, en de temperatuur die bleef stijgen tot iedereen half gekookt was. Gelukkig kun je tijdens de voorstellingen van Vinge & Müller in en uit lopen. De impromptu bar bleef open.

Tijdens een interview voor publiek een paar dagen later (een unieke gelegenheid, Vinge en Müller zijn nogal allergisch voor alles wat op publiciteit lijkt) vertelde Vinge dat het plan was om als volgende voorstelling een Vinge/Müller-versie van Hamlet te maken. Waar en wanneer precies is nog onduidelijk, maar ik ga zeker kijken.

kop van het artikel in TM met foto van de ‘Panini-kathedraal’, die onderdeel is van de scenografie.